Help! FIOD-bezoek…

Wat te doen als de FIOD komt?

Hierna volgt een summiere handleiding waarin ik advies uitbreng over hoe te handelen bij een confrontatie met de FIOD. Met deze informatie over rechten en plichten voorkomt de adviseur of de cliënt dat hij onnodig rechten prijs geeft of zich beschuldigingen laat aanleunen die ongegrond zijn. Bovendien kan de belastingadviseur schadeclaims van zijn cliënt voorkomen indien hij niet meer medewerking aan FIOD-onderzoeken verleent dan strikt noodzakelijk is. Hij heeft immers ook een beroepsgeheim dat strijdig is met bevoegdheden van de FIOD. De adviseur doet er goed aan een handleiding bij de receptie van zijn kantoor te leggen en deze altijd binnen handbereik te hebben.

Voor de leesbaarheid is de rest van de tekst grotendeels in de gebiedende wijs.

Gegevens advocaat

Het is van belang tijdig een advocaat te raadplegen. Zorg ervoor altijd een telefoonnummer van een advocaat (naam en telefoonnummer) bij de hand te hebben. Betrek een kantoorgenoot bij elke beslissing die u neemt.

Fase 1: de FIOD dient zich aan

Leid de FIOD-ambtenaren naar een lege spreekkamer

De opsporingsambtenaren van de FIOD komen meestal met twee of meer personen en melden zich bij de receptie. Dat kan gepaard gaan met enige druk, waardoor het personeel van de receptie in verwarring kan raken. Het is zaak dat de receptionist exact weet hoe te moeten handelen:

  • Leid de ambtenaren zo spoedig mogelijk naar een lege spreekkamer.
  • Vraag voor wie en waarvoor de FIOD komt. Meld dit eerst aan de directie (of de op dat moment aanwezige kantoorleiding). Indien de gevraagde medewerker niet aanwezig is, meld dit aan de FIOD-ambtenaren en stel voor dat het kantoor hen terugbelt voor een andere afspraak.
Fase 2: aan tafel

Vraag om legitimatie en vraag door over het doel van het bezoek

In deze fase vindt kennismaking plaats en zal duidelijk worden wat het doel van het bezoek is. Wees zorgvuldig met wat u zegt en doet, en wissel de volgende informatie uit:

  • Stel u voor (geef en vraag visitekaartjes) en achterhaal wat voor een soort onderzoek het betreft: vordering ter inbeslagneming, verhoor als verdachte of getuige, verkrijging van informatie op grond van verzoek uit het buitenland, etc.
  • Stel de volgende vragen en schrijf de antwoorden zorgvuldig op:
  1. Wat is uw naam en functie (visitekaartjes)?
  2. Kunt u zich legitimeren (vraag naar en noteer nummer en datum afgifte BOA-akten)?
  3. Waarover en over welke cliënt of dossier wilt u mij (of mijn collega) spreken? (doel en wettelijke basis onderzoek);

Als sprake is van een verhoor: wilt u mij (of mijn collega) horen als getuige of als verdachte?

Indien sprake is van een verhoor als getuige: verdenkt u één van mijn cliënten of collega’s van een strafbaar feit en zo ja, wie, van welk feit en op basis van welke concrete feiten en omstandigheden is de verdenking gerezen?

Indien sprake is van een verhoor als verdachte: verdenkt u mij en mogelijk ook anderen van een strafbaar feit en zo ja, van welk feit en op basis van welke concrete feiten en omstandigheden is de verdenking gerezen? (Let op: beide situaties zijn ook mogelijk: getuige in zaak tegen cliënt en verdachte in eigen zaak, of men stelt al dan niet verkapte ‘boetevragen’);

Als geen sprake is van verhoor: over wie of waarover komt u dan inlichtingen of stukken opvragen (op grond van artikel 81 AWR (Algemene wet inzake rijksbelastingen)) in relatie tot fiscale delicten dan wel andere strafrechtelijke bepalingen, zoals oplichting, valsheid in geschrifte, corruptie, witwassen, deelneming aan criminele organisatie, etc.)?

De inlichtingenverplichtingen van de artikelen 47-56 AWR en 58-63 IW (Invorderingswet 1990) gelden in dit kader alleen bij de uitvoering van een zogenaamd ‘wederzijds (buitenlands) verzoek om administratieve bijstand’ door de FIOD. Hier is ook de Wet op de Internationale Bijstandsverlening bij de heffing van belastingen van toepassing met enige specifieke rechtsbeschermende bepalingen (recht op kennisgeving van het verstrekken van inlichtingen aan het buitenland en de mogelijkheid van bezwaar).

Fase 3: meewerken aan onderzoek?

Rechten en plichten

Wees erop bedacht dat alles wat u zegt tegen u of uw cliënt gebruikt kan worden.

  1. Adviseur wordt verhoord als verdachte

Indien men u als verdachte wil horen: beroep u op uw zwijgrecht, bel een advocaat en laat u verder door hem/haar bijstaan.

  1. Adviseur wordt gehoord als getuige

Indien men u als getuige wil horen: beroep u op uw geheimhoudingsplicht (uit hoofde van uw beroepsregels).

Als getuige bent u niet verplicht mee te werken aan een verhoor van de FIOD. Men mag u ook niet meenemen voor verhoor naar een andere plaats. U bent alleen verplicht mee te werken aan een getuigenverhoor (en te verschijnen) ten overstaan van een rechter(-commissaris), na hiertoe te zijn opgeroepen of gedagvaard. Door te zwijgen creëert u de gelegenheid om een advocaat, collega of uw cliënt te consulteren. Realiseer u, dat u tijdens een verhoor als getuige, alsnog als verdachte aangemerkt kan worden.

  1. Men komt voor inlichtingen of stukken

FIOD-ambtenaren zijn te allen tijde bevoegd een vordering te doen tot uitlevering ter inbeslagneming van alle voor inbeslagneming vatbare voorwerpen (administratie e.d.). U bent verplicht daaraan mee te werken. Weigering is een strafbaar feit (weigering te voldoen aan een ambtelijk bevel, art. 184 Wetboek van Strafrecht).

Werk alleen mee wanneer een schriftelijke vordering ex art. 81 AWR wordt uitgereikt. Lees de vordering zorgvuldig en reik vervolgens zorgvuldig al hetgeen is gevorderd aan. Niet meer en niet minder. Indien de vordering niet voldoende duidelijk is, bent u bevoegd om verduidelijking te vragen. Een vordering dient betrekking te hebben op een (of meer) specifieke cliënt(en), dossier(s) of vraag/vragen en mag geen onbeperkte ‘fishing expedition’ zijn.

Neem voldoende tijd om aan de vordering te voldoen.

Begeleid de inbeslagneming eveneens met ten minste twee personen. Lever het gevraagde zelf aan en laat de ambtenaren niet in het dossier of de computer neuzen (art. 81 AWR biedt geen doorzoekingsbevoegdheid).

Maak (zoveel mogelijk) een kopie van de stukken die in beslag worden genomen. Zorg dat duidelijk is van welke computerbestanden kopieën in beslag zijn genomen of vraag een kopie van de te maken ‘disk image’ (van de harde schijf). Bewaak de proportionaliteit van de gevorderde gegevens(dragers).

Indien de FIOD komt voor een strafrechtelijk onderzoek dan geldt het zogenaamde pseudo-verschoningsrecht niet (met betrekking tot uw correspondentie met en adviezen aan de cliënt). U moet deze stukken desgevorderd verstrekken, tenzij bijvoorbeeld sprake is van een (van een advocaat of notaris) afgeleid verschoningsrecht (deskundigenrapporten, due dilligence-rapporten, correspondentie met een wettelijke geheimhouder, e.d.).

Fase 5: Het verhoor

Besluit u mee te werken aan een verhoor of bent u hiertoe op grond van een dagvaarding verplicht (let op, een van de ambtenaren moet dan rechter(-commissaris) zijn dan wel formeel gedelegeerd), denk dan ten minste aan de volgende zaken:

  • Vraag alvorens te antwoorden of u een kopie van de verklaring mag houden. U hebt hier als getuige geen recht op; als verdachte wel, zij het dat – in strijd met de wet – wordt gezegd dat u die dan eerst bij officier van justitie moet opvragen;
  • Als verdachte hebt u zwijgrecht. Als u door de zaak wordt overrompeld is het altijd het meest verstandig een beroep te doen op het zwijgrecht. Men moet dit respecteren. Accepteer geen druk om toch te verklaren.
  • Als getuige hebt u (eveneens) het recht niets tegen de FIOD te zeggen en geen druk te accepteren. Bij de rechter(commissaris) bent u evenwel verplicht om vragen naar waarheid te beantwoorden, maar u hebt soms driedubbel verschoningsrecht: als u verdachte bent in een andere (of uw eigen) zaak; als u zichzelf door te antwoorden zou blootstellen aan het gevaar van strafrechtelijke vervolging (dus als u zichzelf met uw antwoord zou belasten) en als u vragen worden gesteld over bloed- of aanverwanten of uw echtgeno(o)t(e).
  • Realiseer u, dat alles wat u zegt tegen u, uw bedrijf of uw cliënt kan worden gebruikt; neem bij iedere vraag bedenktijd; reageer ook niet op ‘informele’ vragen op de gang of andere ‘off the record’-vragen.
  • Sta er op dat vragen en uw antwoorden (zoveel mogelijk) woordelijk worden vastgelegd. Dat is ook het wettelijk uitgangspunt. Houd ook zelf aantekeningen bij.
  • Beperk u tot feiten die (destijds) uit eigen wetenschap bekend zijn. Ga niet in op eventuele achteraf-wetenschap. Ga niet gissen en ga niet in op suggesties en verklaringen van anderen. Interpreteer geen getoonde stukken of bescheiden en laat u geen woorden in de mond leggen. Beperk het antwoord tot de gestelde vraag, weid niet uit en verzoek om een duidelijke vraag als geen echte of een onduidelijke vraag wordt gesteld;
  • De FIOD vraagt ten slotte om uw verklaring te ondertekenen.

Zorg dat u een kopie ontvangt. Lees de tekst goed door en teken alleen als de inhoud volledig juist is. Laat u niet opjagen, neem er de tijd voor. Als u het er niet mee eens bent en men voert de door u gewenste correcties niet door, schrijf dan in plaats van uw handtekening: ‘Dit is geen correcte weergave van het verhoor’.

Bijzondere situaties

Binnentreding en inbeslagneming door de FIOD

Op grond van artikel 83 AWR zijn FIOD-ambtenaren bevoegd het kantoor binnen te treden. Op grond van artikel 81 AWR zijn zij te allen tijde bevoegd voorwerpen in beslag te nemen. Handel dan als volgt (zie ook hierboven):

  • Bel in dit geval eerst een advocaat;
  • U bent verplicht hieraan mee te werken. Werk hier echter nooit vrijwillig aan mee. Vraag een kopie van het schriftelijke bevel tot uitlevering als bewijs richting uw cliënt;
  • Loop bij voorkeur met twee personen met de ambtenaren mee. Beantwoord ondertussen geen vragen maar blijf u op uw zwijgrecht en/of geheimhoudingsplicht beroepen;
  • Alle voorwerpen die los liggen mogen in beslag worden genomen, men mag echter geen kasten en dergelijke openen en doorzoeken;
  • Maak kopieën van essentiële stukken die in beslag zijn genomen en maak een lijst van alle in beslag genomen stukken. De FIOD maakt zelf een (uiterst summier) bewijs op van inbeslaggenomen stukken, waarvan aan u wordt gevraagd deze voor gezien te ondertekenen. Het is nuttig zelf een zoveel mogelijk gespecificeerde lijst te maken;
  • Vraag om een zo spoedig mogelijke teruggave van de in beslag genomen stukken.
  • Laat u niet opjagen, neem er de tijd voor.

Doorzoeking (voorheen huiszoeking) door de Officier van Justitie

Een doorzoeking vindt plaats op grond van artikel 96c Wetboek van Strafvordering. Voor een doorzoeking van een kantoor of bedrijf is geen toestemming meer vereist van de rechtbank, de (hulp-)officier van justitie is hiertoe bevoegd. Tot het doorzoeken van een woning is echter alleen de rechter-commissaris bevoegd. Handel in dit soort situaties als volgt:

  • Bel een advocaat en vraag of men op zijn komst wil wachten;
  • De opsporingsambtenaren zijn bevoegd kasten te openen en zonodig open te breken. Laat het echter niet zover komen. Teken protest aan maar wijs de stukken die men in beslag wil nemen zoveel mogelijk aan. Laat deze handelwijze opnemen in het proces-verbaal van de doorzoeking;
  • Zie voorts ook de hierboven genoemde aanbevelingen.

Tot zover deze ‘summiere’ handleiding, die toch al voldoende belangrijk en urgent is om altijd goed op dergelijke acties voorbereid te zijn.

Deze summiere handleiding is onderdeel van het artikel ‘Help, de FIOD verschijnt’, geschreven door Hans Peek in het Fiscaal Praktijkblad in 2020, dat u kunt vinden op de pagina Publicaties.